Stijn

StijnHet is 4 maart 2012 als Rudy zijn laatste wedstrijd rijdt als professioneel shorttracker. Na veel hoogtepunten, maar ook dieptepunten heeft Rudy besloten te stoppen met zijn geliefde sport. Zijn lichaam kan de zware belasting die van een topsporter wordt gevraagd niet meer aan. In de schaatssport leert hij zijn vrouw Lotte kennen. Op de dag van Rudy’s laatste wedstrijd, net voor de start, stuurt ze hem een foto van een zwangerschapstest. Ze zijn in verwachting!

Wat ze dan nog niet weten is dat ze in verwachting zijn van een tweeling. En dat de zwangerschap die ze staat te wachten niet zonder zorgen zal verlopen. Verre van…

Lotte gaat er tot dan van uit dat ze moeilijk zwanger kan worden. “Ik ging naar het ziekenhuis om te laten testen of ik in de toekomst op een natuurlijke manier zwanger kon worden. De boodschap was dat dat waarschijnlijk niet het geval zou zijn omdat ik nagenoeg geen menstruatiecyclus heb. Ik reageerde in eerste instantie niet op de hormoonmedicatie die ik vervolgens voorgeschreven kreeg.” De medicatie moet aantonen of Lotte een eisprong zou kunnen krijgen. Dit bleek in eerste instantie niet het geval te zijn. Veel later dan verwacht volgt er alsnog een eisprong terwijl Lotte niet meer onder controle staat van de gynaecoloog. Lotte raakt in verwachting. Rudy vertelt: “Het was onverwacht, ik moest nog afstuderen. Ik wilde wel kinderen, maar was in mijn hoofd nog niet zover. Ik was nog volop bezig om te stoppen met schaatsen en de invulling van mijn toekomst.”

Een echo toont aan dat er niet één hartje klopt, maar twee. Rudy: “Een tweeling, wie had dat gedacht.” Bij 16 weken volgt opnieuw een echo waaruit blijkt dat de kindjes niet heel groot zijn. Op zich niet vreemd bij een tweeling, maar het is wel een reden om te blijven controleren. Lotte: “De 20 weken echo kregen we in de 19e week. Toen vertelde de gynaecoloog dat het niet goed was.”

Lotte en Rudy worden doorverwezen naar het ziekenhuis in Groningen en krijgen daar een hartverscheurend bericht. “De kans dat het ene kindje overleeft is klein.” Dat was de boodschap. Een week later moeten ze opnieuw naar Groningen. Lotte ligt een uur op een onderzoekstafel en de arts en coassistent spreken in ingewikkelde medische termen. Zelfs met haar medische achtergrond als verpleegkundige kan Lotte er geen touw aan vastknopen. Lotte: “Na de onderzoeken ben ik nogmaals naar ze toegelopen en heb ik gevraagd of ze in Jip en Janneke taal konden uitleggen wat er aan de hand was.” De boodschap was hard: “Met het ene kindje gaat het niet goed en met het andere kindje gaat het helemaal niet goed.” De hele ervaring is zo negatief dat ze volledig verbijsterd vertrekken uit het ziekenhuis. Ze parkeren de auto bij de IKEA om hun gynaecoloog in Heerenveen te bellen. Die legt hen in alle rust uit wat er waarschijnlijk aan de hand is op basis van hetgeen ze in Groningen te horen hebben gekregen. Het blijkt vooral veel speculatieve informatie te zijn waar ze niets mee kunnen en wat ze helemaal niet hadden moeten horen. “Toen hebben we het losgelaten en toen heb ik ook besloten dat ik nooit meer naar dat ziekenhuis ga.”

De groeimetingen werden voortgezet in het ziekenhuis in Heerenveen. “Het ging best goed, maar in de 23e week vertelde de gynaecoloog dat het hartje van het meisje niet meer klopte.” Het meisje kreeg de naam Esmee. “Ik was er nog helemaal niet klaar voor. Ik had wel in mijn hoofd dat ze het waarschijnlijk niet zou halen, maar nu al?” Toch had Lotte de hele dag al het gevoel dat er iets niet goed ging. “Stijn was heel onrustig in mijn buik en het voelde vreemd. Waarschijnlijk is dat het moment dat Esmee is overleden.”

Het is dan 16 juni 2012. Lotte moet om de dag naar het ziekenhuis omdat de kans op zwangerschapsvergiftiging voor zowel het nog levende kindje in de buik als voor Lotte grote risico’s met zich meebrengt. Als de zwangerschap 24,5 weken op weg is gaat het ook met het tweede kindje niet goed. Omdat de kans groot is dat de kindjes snel geboren worden krijgt Lotte een eerste longrijpingsprik. “Ik lag huilend op bed op de kraamafdeling in Heerenveen, want  ik moest worden opgenomen in Groningen, maar daar wilde ik niet heen. Ik zei tegen de verpleegkundige dat ik nog liever naar de andere kant van het land zou gaan, dan opgenomen worden in Groningen”. Samen met de gynaecoloog zorgt zij er voor dat Lotte naar het ziekenhuis in Zwolle mag, ondanks een overvolle afdeling daar. In Zwolle krijgen ze na onderzoek 20 minuten om te beslissen; de kinderen halen met een spoedkeizersnede of afwachten. De kans dat Stijn dat overleeft wordt ingeschat op minder dan 5% op basis van de hartslag die hij op dat moment laat zien. Niet opereren zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot overlijden. Anderzijds betekent een spoedkeizersnede dat een volgende zwangerschap eigenlijk teveel risico’s met zich meebrengt.

Rudy en Lotte besluiten af te wachten. “Naast dat ik de kans op een volgende zwangerschap niet weg wilde nemen, had ik helemaal niet het gevoel dat Stijn te overlijden zou komen. Hij voelde zo sterk en was heel beweeglijk in mijn buik.”

Lotte blijft in het ziekenhuis maar omdat zij zoveel last van spanning heeft krijgt zij “verlofdagen” zodat ze af en toe naar huis kan of naar de boerderij waar Rudy zijn ouders op dat moment op vakantie zijn. Uiteindelijk halen ze de 27 weken die ze zelf als ondergrens hebben gesteld. “Vanaf het moment dat we besloten hebben de kinderen in mijn buik te laten is het eigenlijk heel goed gegaan.” De artsen zijn minder positief en geven voortdurend aan dat ze er niet van uit moeten gaan dat ze de 27 weken zullen halen. Er wordt een vruchtwaterpunctie gedaan en op 17 augustus komt de uitslag. Deze is goed, dus besluiten ze de keizersnede de volgende dag uit te voeren. Ook krijgt Lotte weer een longrijpingsprik waar Stijn opnieuw slecht op reageert, zijn hartslag valt twee keer volledig weg. Gek genoeg is het nu de gynaecoloog die hén overtuigt dat het goed komt en Stijn het zal halen. Hij geeft echter geen garantie voor overleven buiten de buik.

Op 18 augustus 2012 krijgt Lotte een ruggenprik, die niet goed gaat, want ze voelt alles nog. Daarom wordt ze onder narcose gebracht voor de bevalling. “Ik werd helemaal verdoofd wakker van de morfine, ik was heel blij, op niemand boos, niet eens op de anesthesist die me de ruggenprik had gegeven. Ik was ook opgelucht en blij dat Stijn geboren was en dacht dat het wel goed zou komen. In mijn buik konden we hem niet helpen, en nu wel.”

Rudy mag er niet meer bij als Lotte onder narcose moet. “Ik kan me niet alles meer herinneren, er gebeurt zoveel op zo’n moment. Er gaat zoveel door je heen.” Stijn wordt klaar gemaakt voor de couveuse en doet het eigenlijk veel beter dan verwacht. Hij hoeft niet aan de zuurstof, maar kan aan de borrelfles. Stijn weegt 680 gram bij zijn geboorte, veel meer dan ze de 530 gram die ze hadden voorspeld.

Na Stijn wordt ook Esmee geboren. Rudy raakt nog steeds geëmotioneerd als hij aan dat moment denkt. Voor Lotte is dat anders. “Ik was vooral bezig met Stijn. Van Esmee had ik eigenlijk al afscheid genomen in mijn buik.” Er volgt een heftige tijd, waarin veel gebeurt. Er moet een begrafenis georganiseerd worden en tegelijkertijd is er veel zorg rondom Stijn die op de afdeling Neonatologie ligt. Uiteindelijk verblijven Rudy en Lotte zeven weken in het Ronald McDonaldhuis totdat Stijn naar het ziekenhuis in Heerenveen mag waar hij verder moet groeien. Op 11 november 2012, bijna drie maanden na de bevalling, mag Stijn eindelijk mee naar huis.

Er zijn in die weken momenten geweest dat het maar de vraag was of Stijn het zou overleven. Bijvoorbeeld wanneer Stijn aan het infuus moet en dit niet lukt. Dan wordt weer duidelijk hoe kwetsbaar hij nog is.

De daadwerkelijke ‘klap’ komt later. Bij Rudy op het moment dat zijn zus een kind krijgt. Dan komt het verlies van Esmee weer hard binnen. Rudy besluit weer aan het werk te gaan. “Ik dacht dat dat goed was, maar ik stelde eigenlijk mijn verwerking uit. De klap kwam misschien wel dubbel zo hard aan. De spanning van de zwangerschap, het krijgen van een kindje, maar ook het verlies. En dan was daar nog de verwerking van het stoppen met schaatsen en de vraag: ‘Wat nu?’ Daarnaast moest ik nog afstuderen. Ik heb er nog flink last van gehad.”

Als Stijn eindelijk thuis is, blijkt er geenszins sprake van een roze wolk. Hij staat onder strenge controle omdat totaal onzeker is hoe hij zich zal ontwikkelen. Stijn is kwetsbaar en erg gevoelig voor prikkels. Maar elke test en scan geeft meer hoop; alle doemscenario’s worden één voor één weggestreept. De omgeving heeft niet altijd begrip voor de situatie. Natuurlijk weet niet iedereen wat er precies aan de hand is en anderen denken juist te kunnen helpen met goedbedoelde adviezen. Lotte: “Ik ging een keer volkomen uit mijn plaat tegen een mevrouw die iets zei over Stijn. Ik was echt zo boos, dat was natuurlijk niet redelijk meer. Er zat ook een stuk uitgestelde emotie en woede in. Ik zat de hele dag met Stijn thuis en niemand wist wat ik meemaakte. Rudy was aan het werk en ik zat de hele dag met een huilend kind.” Rudy besluit te stoppen met werken om na te denken over zijn maatschappelijke carrière. Tegelijkertijd kan hij meer voor Stijn zorgen. Lotte gaat dan weer aan het werk.

Inmiddels is Stijn drie jaar en gaat het goed met hem. Er is wellicht sprake van een taalontwikkelingsachterstand, maar wie zegt dat dat te wijten is aan zijn vroege start? Hij is snel verkouden en hij is nog steeds gevoelig voor prikkels, maar dat gaat steeds beter. “Hij gaat nu vier dagen naar de Taaltrein, een behandeltraject voor kinderen met TOS. Na een drukke dag moeten we een rustdag inbouwen.”

Rudy en Lotte krijgen nog een zoon, Sem. Ondanks de spanning verloopt die zwangerschap redelijk probleemloos. Wel heeft Lotte veel last van het litteken van de keizersnede. Bij de geboorte lijkt alles goed, maar uiteindelijk brengt ook Sem een tijd door in het ziekenhuis.

Het lijkt alsof ze nu pas kunnen beginnen te genieten. De periode van stress, spanning en onzekerheid is achter de rug. Rudy heeft een baan als docent economie die hem erg goed bevalt en Lotte werkt als jeugdverpleegkundige bij de GGD.

Lotte: “Ik had een soort van doorzettingsvermogen of vechtersmentaliteit die me is bijgebleven. Ik heb altijd geloofd dat Stijn het zou redden. Ik heb dan nu ook wel zo’n gevoel van ‘zie je wel’. Maar het is natuurlijk ook reëel om te denken dat het heel anders had kunnen zijn en dan hadden zij gelijk gehad.”

Stijn is vooral dol op schaatsen. Er was ook nauwelijks tijd voor de foto in Thialf, want Stijn wilde starten met de toppers die aan het trainen waren. Ook worden de schaatspassen druk geoefend. “Blijkbaar zit het dan toch in de genen, we kijken thuis misschien wel meer schaatsen op televisie dan anderen. Maar ook voetbal staat er regelmatig op. Daar heeft Stijn helemaal niets mee.”

 

Reacties

  1. Úna Brouwer 1 maart 2016 at 20:46

    Wauw indrukwekkend verhaal!!

  2. Esther Wortman 1 maart 2016 at 22:14

    Mooi om te lezen lotte en rudy! Heel indrukwekkend! Veel geluk met jullie zoontjes!
    Groetjes esther

  3. Maureen El Alami 2 maart 2016 at 08:47

    Het zijn nu twee prachtige jongetjes!!
    Gelukkig gaat het nu goed met jullie allemaal !!

  4. Wim van Zoonen 2 maart 2016 at 12:04

    Een zeer indrukwekkend verhaal, een verhaal waarmee je een zware periode in het leven een plekje kan geven. Geniet van het gezin en veel sterkte bij de verdere ontwikkelingen.

  5. Marian Woudberg 2 maart 2016 at 18:01

    Ik kende jullie verhaal al, maar nu ik de details lees vind ik het heel aangrijpend. Jullie hebben het goed gedaan, om te blijven geloven in een goede afloop. Knap hoor en heel sterk.

  6. Hiltje Sikkema 2 maart 2016 at 21:01

    Wat een verhaal. Men gaat er altijd vanuit dat het goed gaat bij zwangerschappen en bevallingen, maar dit is weer een voorbeeld dat het ook héél anders kan gaan. Respect dat jullie je verhaal met iedereen hebben gedeeld! Heel veel geluk gewenst!

  7. Antina Bosma 3 maart 2016 at 17:08

    Respect !!!
    Indrukwekkend verhaal. Groetjes van Johan, Antina, Mark, Lisa, Coen, Jord en Daan

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may also like