Saskia
“Mijn geboorte was al een verrassing. Mijn moeder had het aan niemand verteld. Mijn vader wilde er eerst ook niets van weten. Uiteindelijk is hij weggegaan toen ik 8 maanden was.” De moeder van Saskia heeft borderline en heeft een alcohol- en drugsprobleem. Niet een heel goed uitgangspunt om een kind op te voeden. Saskia wordt dan ook deels grootgebracht door haar oma.
“Gelukkig was ik enig kind. Stel je voor dat ik ook nog broertjes of zusjes had gehad, dan had me ook nog druk om hun moeten maken.” Als Saskia 14 is gaat ze bij een vriendin thuis wonen. Zij vormen dan haar nieuwe pleeggezin. Twee jaar later overlijdt de biologische moeder aan de gevolgen van een verkeersongeluk. “Mijn moeder had borderline. Dat was erg lastig. Het ene moment was ze heel aardig en de volgende dag kon ze helemaal omslaan. Het ene moment had je wel een ouder en het volgende moment had je geen ouder. Nu ik zelf een dochtertje heb herken ik wel dingen die zij vroeger ook deed. Ik weet dan ook zeker dat ze veel van mij heeft gehouden. Ze was ook maar een mens, die op haar manier haar best deed, maar die het niet lukte.”
De dood van haar moeder is voor Saskia tweeledig. Aan de ene kant is ze verdrietig en moet ze het verlies verwerken. Aan de andere kant is ze ook opgelucht. Opgelucht omdat die last van haar schouders is gevallen. Hoe hard dat ook klinkt, maar nu kan ze vooruit.
Saskia rondt eerst haar middelbare school en daarna haar opleiding af en als ze 20 is komt ze een man tegen waar ze een relatie mee krijgt. Het begin van een relatie van 10 jaar, waarin geweld en mishandeling een grote rol speelt. “Zet mij in een hok met 1000 man en ik pik net die ene eruit die allerlei issues heeft.” Het is een heftige periode.
“Ik liep continu op mijn tenen, ik probeerde continu te voorkomen dat hij boos werd. Maar het is niet te voorkomen. Je weet niet wanneer hij om zich heen gaat slaan. Ook hij was gewoon een mens. Misschien kon hij bepaalde druk wel niet aan. Een ander wordt dan misschien wat chagrijnig. Hij begon hij om zich heen te slaan.”
Eerst gelooft Saskia dat ze het geweld verdiend heeft. Later slaat ze terug. “Dat hielp niet echt. Ik ben klein en licht, dus het kwam niet echt hard aan. Het werd zelfs tegen me gebruikt. Als het dan ooit eens ergens ten sprake kwam zei hij doodleuk: ‘Maar Saskia sloeg mij ook’. Eigenlijk ben ik er ook wel trots op, ik wou alleen dat ik wat harder kon slaan.”
“Of iemand het wist? Vast wel. Soms zei iemand wel iets dergelijks tegen mij. Maar ik ontkende natuurlijk. Ik wist de blauwe plekken wel te verbergen. Een blauw oog is wat lastiger. Mensen in mijn omgeving zullen het wel hebben vermoed. Iemand op mijn werk heeft me eens rechtstreeks gevraagd of mijn vriend me in elkaar had gerost. Ik kon het wel ontkennen, maar mensen voelen wel dat je niet de waarheid zegt. Hij gooide soms mijn kleding door het bovenraam naar buiten en schreeuwde ook vaak. De buren hebben het moeten merken. Maar je moet er uiteindelijk zelf uit stappen.”
“Het was een gluiperd, wat dat betreft. Hij kon mij van de trap af duwen en als dan de deurbel ging, vrolijk de deur open doen en diegene voor de deur stond uitnodigen voor koffie. Koekje erbij? En Sas, dat is gewoon Sas. Doe eens normaal Sas, er is visite, dat is gezellig toch?”
Saskia besluit dat het zo niet langer kan. Ze regelt stiekem een huisje en op een dag pakt ze haar spullen in een doos en vertrekt. “Hij dacht dat ik een grapje maakte, dat ik blufte.” Saskia neemt bijna niets mee, alleen wat dingen van emotionele waarde. De scheiding wordt met een gezamenlijke advocaat geregeld. Hij krijgt alles en Saskia wat in de doos zit. Ze moet opnieuw beginnen.
“Al doe je nog zulke slechte dingen, toch geloof ik dat zo iemand ook op bepaalde momenten denkt: ‘Misschien had ik het niet moeten doen’. Er is vast iets in zijn of haar leven gebeurd wat de oorzaak is van dat gedrag. Iemand die drinkt neemt zich elke dag voor om te stoppen. Soms lukt dat een uur, soms een hele dag. Dat het niet lukt betekent niet dat iemand niet wil dat het verandert.”
Saskia vertrekt op 5 oktober en nog viert ze ieder jaar op 5 oktober haar verjaardag. “Dit jaar word ik dus 6.” Het is pas sinds kort dat ze niet meer achterom kijkt of hij achter haar aan rijdt. Wel probeert ze nog steeds de deurbel vóór te zijn; ze krimpt ineen van het geluid. “Gelukkig heb ik nu een onwijs lieve man. Op deze ben ik erg zuinig. We hebben een dochtertje van drie en genieten daar volop van.” Saskia heeft nog wel eens last van het verleden. Soms heeft ze nog het gevoel dat ze zich aan moet passen, terwijl ze vooral haarzelf wil zijn. “Maar ik wil liever niet opvallen.” Op die momenten praat ze met een professional. “Die zet me dan in het ‘hier en nu’, dat werkt prima voor mij.”
Als Saskia bedenkt wat haar heeft doen overleven is het een hele poos stil. “Je bent sterker dan je denkt. Het is heel lastig om uit een relatie te stappen en misschien nog wel lastiger als je in een vergelijkbare situatie zit als ik. Ik wil maar zeggen dat je misschien nog wel sterker moet zijn om in zo’n relatie te overleven dan om eruit te stappen.” Saskia benadrukt dat we allemaal mens zijn. “We zien aan de buitenkant niet wat er in iemand omgaat. Iedereen kan iets meemaken wat traumatisch is. Wie zijn wij om daar een oordeel over te vellen? We zijn uiteindelijk allemaal mensen en het enige wat je kunt doen is je best binnen je mogelijkheden.”
Agnes Brouwer 25 mei 2016 at 17:17
Wauw! Ik heb groot respect voor je! En knap van je dat je uit zo’n vreselijke situatie bent gestapt en voor jezelf bent opgekomen. Blijf altijd in jezelf geloven!
Anneke 27 mei 2016 at 11:03
Ik zie en lees een prachtig mens!