Gabrielle

Gabrielle“Mijn leven is een aaneenschakeling van gebeurtenissen. En toch merk ik dat steeds weer mijn overleversinstinct de bovenhand krijgt. Mijn tijd van zwijgen is voorbij.” Gabrielle vertelt dat ze twee weken geleden is gevallen op een spoorwegovergang. Net op dat moment komt er een trein aan. Ze kan niet zelf opstaan en omstanders helpen haar van de spoorweg af. “Ook toen heb ik even gedacht: ‘laat maar’ en daar schaam ik me niet voor.”

Ze heeft veel meegemaakt. Genoeg om een boek over te schrijven. Het is dan ook lastig voor haar om alles te vertellen. Ze is een kind van getraumatiseerde ouders. Haar moeder heeft als kind de oorlog meegemaakt en is als meisje van 18 verkracht door een groep mannen. Haar vader komt uit een gezin waar alcohol en agressie een grote rol speelden. Ze kent de verhalen van haar zus; haar ouders praten er niet over. Haar moeder krijgt een aantal doodgeboren kinderen en Gabrielle is het laatste kind; een nakomertje. “Mijn ouders waren totaal verschillend. Mijn vader was heel gevoelig, mijn moeder een ijskoningin.” Als kind is Gabrielle een lief, bijna engelachtig kind. Ze is gevoelig en ontwikkelt allerlei klachten. Als meisje van 12 krijgt ze anorexia. “Ik was een angstig, bang kind. Mijn vader zei dat hij mij naar het ziekenhuis zou brengen als ik niet weer ging eten. En dat zou niet best zijn, want daar zouden ze allemaal enge dingen doen. Ik werd daar zo bang voor dat ik dan toch maar weer ging eten.” De anorexia lijkt dan genezen maar Gabrielle ontwikkelt allerlei andere stoornissen.

Op school wordt Gabrielle gepest. “Ik was al gevoelig en angstig. En ook een beetje mollig. Dan pikken ze je er zo uit. Ik voelde me nergens thuis. We verhuisden vaak, dan konden we ergens niet blijven. En dan moest ik weer opnieuw beginnen. In totaal ben ik 16 keer verhuisd en nooit vrijwillig.” Gabrielle kijkt terug op haar jeugd als een tijd van overleven. Ze heeft weinig fijne herinneringen. “Wat ik mij nog wel herinner is dat ik op mijn 14e een verzorgpaard had. Ik was er zo wijs mee. Ik ging zo vaak als ik kon. Ik vluchtte naar ‘mijn’ paard. Maar toen ik op een gegeven moment afscheid moest nemen, was ik opnieuw erg verdrietig. Ik probeer hard na te denken, maar ik kijk vooral terug op een jeugd vol verdriet.”

De middelbare school was voor Gabrielle een hel. Ze blijft tot twee keer toe zitten op de Havo. “Ik spijbelde veel en ging dan naar ‘mijn paard’. Toen dat werd afgenomen zat ik vooral op mijn kamer.” Van de tijd tussen haar 16e en 20e weet Gabrielle niet veel meer. Ze verhuisden. Ze kwamen terecht in een klein landelijk dorpje en ze werd daar gezien als een stadsjuffie. Ze loopt veel met de honden, probeert de havo voor volwassenen te doen en werkt als fruitplukker, bollenpeller of schilder. “Als ik foto’s van mezelf terug zie denk ik: ‘wauw, wat een mooi meisje’. Maar zo voelde ik dat toen helemaal niet. Wel merkte ik dat ik gezien werd door jongens en mannen.” Gabrielle en haar buurjongen worden verliefd op elkaar. “Dat was de oplossing; trouwen en uit huis. Dan zou ik gelukkig worden. Dat was wel heel naïef. Ik weet nog dat ik me op onze trouwdag ontzettend ongelukkig voelde. Dat klopte niet; ik moest toch gelukkig zijn?” Het huwelijk brengt Gabrielle niet waar ze op had gehoopt. Als ze twee jaar getrouwd is doet ze een poging tot zelfdoding. Ze spaart medicijnen op en neemt een overdosis. De dag is al begonnen als haar man tegen haar vader zegt dat ze nog slaapt. Haar vader vertrouwt het niet en vindt haar, net op tijd.

“Zelfs dat werd me niet gegund, dat dacht ik op dat moment. Zeker toen mijn vader naderhand zei dat hij me nooit had moet vinden.” Gabrielle wordt opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Ze komt in de, zo noemt ze het, mallemolen van de psychiatrie. Daar blijft ze drie maanden en daarna verblijft ze 13 maanden in een therapeutische gemeenschap. “Tijdens de drie maanden dat ik in het ziekenhuis zat is mijn man van mij gescheiden.”

Gabrielle moet uiteindelijk weer zelfstandig wonen, maar ze kan helemaal niet alleen zijn. Ze heeft een nieuwe relatie met een jongen die zelf ook beschadigd is. “Dat maakt het wel lastiger. Hij was heel lief. We zijn zes jaar samen geweest en hebben zelfs samengewoond. Ik vertoonde echter zulk extreem gedrag dat het gewoon niet ging. Ik sneed mezelf, liep weg, was angstig. Mijn emoties gingen als een idioot op en neer.” Het gaat steeds slechter met Gabrielle. Om de twee weken ziet ze de psychiater. Na twee jaar zegt ze tegen hem dat er iets moet gebeuren. “Ik sneed mezelf steeds meer en de gedachte om mezelf van kant te maken werd steeds groter. Ik had goede hulp nodig.” De psychiater meldt haar bij Duin en Bosch, een psychiatrisch ziekenhuis.

Daar verblijft Gabrielle drie jaar. “Dat was de hel en de hemel in één; Heel tegenstrijdig. Ik heb daar veel zorg en liefde gekregen. Erkenning voor mijn problemen. Maar ik was daar ook de eerste patiënt die aan automutilatie deed en kreeg daardoor speciale zorg. De andere patiënten zagen dat en gingen zichzelf ook verminken om dezelfde ‘privileges’ te krijgen. En in zo’n instelling is natuurlijk ook veel leed. Mensen die zelfdoding plegen of een poging doen. Mensen waar ik toch een band mee had. Soms moest ik tegen mijn wil in in separé. Allemaal dingen waar ik niet met plezier op terug kijk.” Er is één verpleger die haar extra begeleidt, die als het ware aan haar toegewezen is. Ze wordt verliefd op hem en krijgt de indruk dat het wederzijds is. Hij gaat met haar wandelen en knuffelt veel. “Op een dag neemt hij mij apart en vertelt me botweg dat hij zijn handen van me aftrekt. Hij had beloofd mij nooit in de steek te laten.”

Weer wordt ze in de steek gelaten. Het lijkt de rode draad in haar leven. Gabrielle vertelt over de hoefsmid die haar als 14 jarige sexueel misbruikt. Over een man die haar aanspreekt als ze met haar hondje wandelt en sex wil. Dat ze wordt aangerand in de fruitkwekerij. Over de boer die haar zegt dat hij met haar wil neuken. Over haar zwager die haar zo goed begrijpt dat hij wel meer wil dan alleen maar praten. ”Ik werd alleen maar banger en banger.”

Gabrielle krijgt medicatie voor haar problematiek en die slaat aan. Ze gaat van relatie naar relatie. Op de dag van haar vrijlating belt ze haar vriend die haar zal ophalen. Die vertelt haar dat hij bij haar weg gaat. Gabrielle stort in en gaat terug naar de inrichting. Uiteindelijk voelt ze zich wat beter en gaat na drie jaar Duin en Bosch eerst bij vrienden wonen.

Uiteindelijk gaat ze van kamer naar kamer en van vriend naar vriend. Ze krijgt geestelijke ondersteuning van de GGZ. Ze adviseren haar om begeleid te wonen, maar dan moet ze haar dieren achterlaten. Dat kan en wil Gabrielle niet en dus probeert ze het toch alleen. Ze ontmoet een man die aan porno verslaafd blijkt te zijn. Dat wordt ‘m niet. De volgende man blijkt een pathologische leugenaar te zijn, die nog twee andere relaties heeft en ook nog eens agressief is.

“Toen was ik er klaar mee; geen relaties meer. Dan maar lesbisch of zo. Als ik terug kijk heb ik, op mijn huwelijk na, geen relatie meer gehad met een ‘normale’ man. Mijn ex-man heb ik een trauma bezorgd, maar alle andere mannen hadden zelf problemen. Blijkbaar trek ik dat toch aan. Mijn huidige man heb ik negen jaar geleden leren kennen.” In een park in Groningen ontmoet ze een man die zijn hond uitlaat. Die vraagt of zij zijn filmmaatje wil worden. “Dat vond ik best, maar alleen film; geen relatie of andere dingen.” Toch wordt hij verliefd en wil een relatie met Gabrielle. “Toen heb ik hem toch uit de doeken gedaan wat ik heb meegemaakt en dat ik niet verliefd op hem was.” Maar het ondenkbare gebeurt toch en de liefde is wederzijds. Ik denk dat hij ook voor mij gevallen is. Ik durf te zeggen dat ik best lief ben. Zoals ik als klein meisje was, zo ben ik nog. Lief, warm en zorgzaam.”

Gabrielle gaat naar een masseur die haar lichamelijke klachten en blokkades aanpakt. “Hij was heel inlevend.  Soms praatten we alleen maar, kwamen we niet eens aan behandelen toen. Hij was gespecialiseerd in mensen met trauma’s.” Ook hier gaat mis. De masseur gaat over grenzen en Gabrielle dissocieert. “Mensen kunnen twee kanten opschieten bij een heftige gebeurtenis. Dat kan zich uiten in paniek; dat je gaat vluchten of vechten. Maar soms gebeurt het tegenovergestelde. Dat wordt je juist passief. Dat heb je niet in de hand. Toen hij mij verkrachtte deed ik niets. Pas de volgende dag schrok ik wakker en raakte ik in paniek.” De politie wordt ingeschakeld en neemt de zaak erg serieus. Uiteindelijk is er niet voldoende technisch bewijs en de man in kwestie blijft ontkennen. “Ik las in het politierapport; daar wil je toch dóód niet eens overheen?” De zaak wordt geseponeerd. Gabrielle vertelt haar verhaal aan de pers en het artikel wordt geplaatst. “Wel anoniem, maar ik heb wel een kopie van het artikel bij hem in de bus gedaan.”

Door alle trauma’s is de relatie hard werken. Door alles wat Gabrielle heeft meegemaakt is intimiteit een probleem. Ze gaan in therapie maar na een aantal sessies verwijst de therapeut Gabrielle naar het traumacentrum. “Daar ben ik nog steeds in behandeling. Het is erg zwaar. Ik ga daar twee dagen per week heen. Mijn diagnose is bijgesteld. Mijn eerste diagnose was borderline. In het traumacentrum werd de diagnose CPTSS gesteld. Complex Post Traumatische Stress Syndroom.“ Twee diagnoses met symptomen die veel op elkaar lijken, maar een totaal verschillende behandeling vragen.

Drie weken geleden heeft haar man aangegeven te willen scheiden. Hij kan het niet langer opbrengen. “Ik voel me opnieuw in de steek gelaten. Het roept gevoelens op uit het verleden en dat is erg lastig. Toch ben ik vastbesloten om ook hier mee te leren om gaan. Ik weet dat ik de kracht heb. Ook voor mij liggen er toch ergens mooie, gelukkige jaren in het verschiet?”

Ze snijdt en brandt zichzelf al twee jaar niet meer. “Dat ga ik ook niet meer doen, daarvoor heb ik in die periode al genoeg weer meegemaakt.” Haar littekens verdwijnen niet meer. Ze is sterk. Haar tatoeages belichamen de zaken die belangrijk voor haar zijn; haar liefde voor dieren en bloemen. Ze houdt zich vast aan haar geloof dat er meer is tussen hemel en aarde, dat er meer is dan dit leven. “Mijn geloof in God is erg belangrijk voor me.” Er is een doel, ook voor haar. De pijn die ze moest verdragen moet toch ergens goed voor zijn geweest?

8 Comments

  1. Agnes Brouwer 6 juni 2016 at 12:38

    Jeetje wat heftig! En wat ben je een sterke vrouw!

  2. Martijn Wind 6 juni 2016 at 15:51

    Gelukkig heb jij dezelfde hemelse pappa zussie als ik..

  3. Auktje Kazemier 6 juni 2016 at 18:57

    Dat er meer is tussen hemel en aarde en dat wij als mens er wat van moeten maken is bekent, en iedere tegenslag maakt je sterker,
    en daarbij mag je ook de kracht en de energie van de elementen der natuur beleven, ik hoop dat ook jij en je (ex) partner het goed mogen afsluiten, en jij gabrielle kom je doel wel tegen…………………………………………. wees gezegend………………. auktje

  4. Srivalli Veltjen 14 juli 2016 at 15:21

    I’m sure of iT! Gods wegen lijken soms ondoorgrondelijk, maar als je thuiskomt in je hart, kan het je geopenbaard worden, stukje bij beetje. sowieso baan je een nieuw pad van ver-lichting voor een ieder die je ontmoet. In de overwinning van al deze pijn en in de lessen hoe wij mensen geneigd zijn, dit te onderdrukken en te vermijden. Heb jij het doorzettingsvermogen en de Liefde om alles te overleven en door te gaan. You turn your scars into stars. Sommige mensen hebben een baan en jij doet licht & liefdewerk! Ik ben blij dat ik daar een bescheiden bijdrage in mag zijn.

Laat een reactie achter bij Agnes Brouwer Reactie annuleren

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may also like