Aleida

Aleida
Het is zaterdagavond. Jouke maakt een laatste rondje door de stal, doet het licht uit en komt in huis. “Nog een biertje?”, vraagt hij aan zijn vrouw Aleida. “Ach ja, doe maar eentje”, is het antwoord. De op één na jongste dochter is zojuist nog naar bed gestuurd met de boodschap nu niet meer beneden te komen maar te gaan slapen. Drie dochters liggen boven op bed, de oudste is op stap met vrienden. Aleida gooit nog een laatste blok hout op de kachel. Als ze goed en wel zitten klinkt er een luide knal. De schrik slaat hun om het hart. Aleida loopt naar de trap in de gang, kijkt omhoog en ziet een grote vuurzee door het luik van de zolder.

Brand! Een alles verwoestende brand. Het lukt Aleida de kinderen van boven te halen. Jouke komt met de brandblusser. “Bel de brandweer maar, daar kun je niets mee”roept Aleida. Jouke belt de brandweer en een paar buren om te komen helpen. Aleida en Jouke gaan nog een keer het huis in en redden een paar tassen met boodschappen en een paar foto’s. Ook het fototoestel en de mobiel worden mee gegrist. De geiten, konijnen, kippen en andere klein vee worden uit de stal gehaald en in de melkput in de stal naast de boerderij gezet. De hond wordt gered uit de vuurzee en Aleida gaat met de kinderen in de (bevroren) auto zitten

Het was de boerderij waar ze al 20 jaar lief en leed delen. Het was de boerderij van de Pake en Beppe van Aleida. De boerderij van de ouders van Jouke. De boerderij waar hun 4 kinderen geboren werden en opgroeiden. Binnen een kwartier is er niets meer te redden. Alles is weg. Aleida bedenkt opgelucht dat de doopjurk waar de kinderen in gedoopt zijn, er nog is. Die hangt bij haar zus.

Na 20 minuten arriveert de brandweer. Door de kou en de gladheid was de brandweerauto uit de bocht gevlogen. De brandweercommandant is duidelijk: “De boerderij is niet meer te redden!” Gelukkig staat de wind van de stal af en kan die gered worden. De koeien kunnen op stal blijven. De volgende ochtend moet er gewoon weer gemolken worden. In overalls en laarzen van de buren.

“Toen mijn zus met de meisjes terug naar de boerderij kwam, kon ik niet meer. Daar stonden ze, met de veel te grote schoenen aan. Ik besefte dat ik niets meer had. Geen onderbroek, geen kleding, niets eens eten voor de hond.”

Aan de keukentafel laat Aleida laat een film van de brand zien, na wat gepruts met de DVD-speler. Heftige beelden, waarbij te zien is hoe de vlammen metershoog uit het dak slaan. Alles wordt verwoest, niet alleen door de brand maar ook de grote hoeveelheid water. Als de film afgelopen is vertelt Jouke dat dit de eerste keer is dat hij de beelden terugziet. Zijn ogen zijn vochtig. “Het is tien jaar geleden. Nu staat er een nieuw huis. Eigenlijk veel te groot voor ons tweeën”. Een week na hun brand is er opnieuw een grote brand in Friesland, waarbij kinderen omkomen. “Dan realiseer je je dat het heel anders had kunnen lopen.  Dat we naast dit alles, ook nog een begrafenis hadden moeten regelen”.

Ondanks de grote impact is er veel plaats voor dankbaarheid. Voor alle hulp die ze kregen. Binnen een week stond er een noodwoning. De riolering werd geregeld door het loonbedrijf waar Jouke werkt. “Nooit een rekening van gezien.” Ze mochten een auto vol meubels uitzoeken, voor niks. Dagelijks werden er zakken met kleding gebracht. Er waren inzamelacties, er werd speelgoed geschonken en de buren regelden een computer. Zo dankbaar voor alle hulp, dat Aleida nu nog regelmatig plaatsvervangende schaamte heeft door hun mooie nieuwe huis. “We hebben nu verbouwplannen voor de stal. Dan zeg ik eerst tegen de architect dat dit mooie huis er alleen is door de brand.”

De oorzaak van de brand werd nooit gevonden. Volgens de recherche had de knal niets met de kachel te maken, de pijp was schoon. Toch besluiten Aleida en Jouke dat het aan de kachel heeft gelegen. Om een einde te maken aan de onzekerheid, ook voor de kinderen. Ze willen nooit weer een houtkachel. Pas sinds een jaar of twee branden er weer kaarsjes op de tafel. Onder toezicht. In een schaal. Zonder iets in de buurt.

Het is inmiddels 10 jaar geleden. Toch speelt de brand nog steeds een rol. De kinderen slapen slecht. Ze willen de film van de brand niet zien. Een jaar geleden kreeg Aleida een black-out. In Heerenveen ging ze letterlijk tegen de vlakte. Diagnose: burn-out. Ook daarin speelt de brand, naast andere zaken, een rol.

Het leven gaat gewoon door. Voor Jouke en Aleida zal er altijd een tijd vóór en een tijd ná de brand bestaan. “Gelukkig hebben we het allemaal overleefd!”, sluit Aleida af.

Reacties

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may also like